1721
Al in 1721 (dus 48 jaar voordat de oer‑automobiel van Cugnot reed, 165 jaar vóór de ‘uitvinding’ van de auto en 173 jaar vóór de eerste officiële autosportwedstrijd) werd de term Grand Prix gebruikt. Dat was destijds de benaming van een aantal prijzen, die door de Franse Academie voor Wetenschappen werden uitgereikt aan wetenschappelijk getalenteerde mensen.
1805
In 1805 werd de term Grand Prix voor het eerst in verband met een sport gebracht. Toen werden er in Parijs onder die naam paardenrennen georganiseerd. Vanaf dat moment werden er in die kringen vele Grands Prix gehouden. De belangrijkste paardenrace was de Grand Prix de Paris, die aldaar sinds 1863 jaarlijks wordt verreden.
1895
De ACF verkondigde destijds meermalen, het liefst de vijf belangrijkste ‘Parijse’ wegraces uit de geschiedenis (te beginnen met Parijs‑Bordeaux‑Parijs 1895) als de eerste echte Grand Prix te willen beschouwen. Uit het oogpunt van chauvinistisch Frankrijk was dat logisch. Hiermee zou immers de toen nog leidende rol van Frankrijk ten aanzien van de automobiel in het algemeen (en de autosport in het bijzonder) nadrukkelijk zijn bevestigd. Dan was het bijna vergeten Franse automerk Panhard & Levassor de winnaar van vier van de eerste vijf Grands Prix geweest.
1900
Op 25 februari 1900 werd in het Franse Pau voor het eerst in de autosport de term Grand Prix gebruikt. Deze Grand Prix de Pau, gewonnen door René de Knyff (Panhhard) was toen nog een echte wegrace over een parcours van 340 kilometer. Het niveau van een echte Grand Prix had hij echter nog niet. Die term was geleend uit de paardenwereld, zoals zoveel autosporttermen uit die tijd. Overigens is hiermee de Grand Prix van Pau in theorie de langst bestaande Grand Prix ter wereld, ook al werd deze in 1963 voor het laatst als Formule 1‑race verreden.
1901
De organisatoren in Pau hadden de smaak te pakken, want in 1901 waren er zelfs twee Grands Prix in één! De coureurs met ze zware voitures gingen voor de Grand Prix de Pau en die met de lichtere voiturettes voor de Grand Prix du Palais d’Hiver (‘Grote Prijs van het Winterpaleis’). Mogelijk is deze situatie ‑ twee Grands Prix binnen één race ‑ uniek, zeker als u weet dat beide prijzen in één familie terecht kwamen. Maurice Farman (Panhard & Levassor) won namelijk de grote klasse en zijn broer Henri (Darracq) de kleine.
1904
In 1900 had de Franse journalist George Prade voor het eerst geopperd om een wereldkampioenschap voor autocoureurs te organiseren. In 1904 kreeg hij een nog beter idee. Inmiddels opgeklommen tot chef‑redacteur van de krant Les Sports, schreef hij een artikel, waarin hij zich beklaagde over het voor Frankrijk zo nadelige reglement van de Gordon Bennett Trophy. Frankrijk was destijds het leidende autosportland, maar mocht slechts ‑ net zoals ieder ander land ‑ met een team van maximaal drie auto’s meedoen. De Gordon Bennett Trophy moet anders worden of verdwijnen, stelde Prade, Een dag later kwam het bestuur van de ACF bijeen om dit idee te bespreken. Een ander blad (L’Auto) stelde alvast een prijs van FF 100.000 in het vooruitzicht voor de Franse constructeur die de toekomstige Grand Prix de l’Automobile Club de France zou weten te winnen.
1905
Toen een Franse coureur met een auto van Frans fabrikaat (Léon Théry met Richard‑Brasier) de Gordon Bennett Trophy van 1904 én 1905 won, zag Frankrijk hierin de leidende rol bevestigd die het land al sinds 1894 vervulde. Het was de bedoeling, dat de ACF voor 1906 de volgende Gordon Bennett Trophy zou organiseren. De Fransen bedachten onder aanvoering van de eerder genoemde George Prade iets nieuws: een race waarin ieder land zoveel auto’s mocht inschrijven als men wilde. De internationale autosportwereld stond op zijn achterste benen, maar schikte zich in het Franse standpunt.
1906
Zo ging in 1906 de eerste Grand Prix de l’Automobile Club de France van start. Algemeen wordt deze race (in feite gewoon de eerste Grand Prix van Frankrijk) beschouwd als de eerste officiële Grand Prix, maar dat klopt dus niet geheel. Races van dit niveau bleven overigen dun gezaaid: totaan de Eerste Wereldoorlog werden er slechts elf verreden: zes in Frankrijk en vijf in Amerika.
1908
De allereerste Grand Prix van Amerika in 1908 heette officieel American Grand Prize. Deze race was bedoeld als Amerikaanse tegenhanger van de Europese Grand Prix van Frankrijk. Mede doordat de Europese term Grand Prix de Eerste Wereldoorlog wel en het Amerikaanse equivalent Grand Prize niet overleefde, heetten voortaan alle soortgelijke races Grand Prix.
1923
De eerste Grand Prix van Europa werd verreden in 1923. Daarna is er, zij het met de nodige pauzes, jaarlijks een Grand Prix van Europa geweest. Deze eretitel werd tot 1983 altijd toegekend aan een al bestaande Grand Prix, die zich daarmee voor dat seizoen een bijzondere status verwierf. In 1926 was de Grand Prix van Europa een op zichzelf staande race, verreden in Spanje (terwijl er één week later ook al een normale Grand Prix van Spanje was). Sinds 1983 wordt het instituut ‘Grand Prix van Europa’ uit louter financiële motieven in stand gehouden.
1948
Tussen 1895 en 1906 organiseerde de ACF nagenoeg alle belangrijke internationale races ‑ uitmondend in de oudste Grand Prix ter wereld, de Grand Prix van Frankrijk. Deze race heette dan ook oorspronkelijk Grand Prix de l’ACF ‑ een beetje arrogant misschien, maar de ACF was dan ook wel erg belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de vroege autosport geweest. Goed voorbeeld doet goed volgen, moet onze eigen KNAC in 1948 hebben gedacht. Want de Grand Prix van Nederland werd jarenlang geafficheerd als de ‘Grote Prijs van de K.N.A.C.’.
1957
De Grand Prix van Pescara 1957 was bijzonder, omdat deze wel meetelde voor het Wereldkampioenschap Coureurs maar geen specifiek land vertegenwoordigde. Pescara was namelijk de naam van het Italiaanse circuit, waar de race werd verreden. Hij was op het laatste moment vlak vóór de Grand Prix van Italië ingevoegd vanwege de uitval van de Grand Prix van Nederland en België. Tegenwoordig zou zo’n soort race gewoon Grand Prix van Europa zijn genoemd. Als verdediging voor deze merkwaardige gang van zaken kan worden aangevoerd, dat het circuit van Pescara absoluut een Grand Prix‑status bezat vanwege de Coppa Acerbo‑races van vóór de Tweede Wereldoorlog.
1960
Tijdens de aanloop naar de Grand Prix van Amerika 1960 werd op initiatief van Amerikaanse autosporthistorici tevergeefs getracht om de Grand Prix van Amerika om te dopen in American Grand Prize, naar het voorbeeld van de American Grand Prizes van vóór de Eerste Wereldoorlog.
1981
De laatste Grand Prix die niet meetelde voor het Wereldkampioenschap Coureurs respectievelijk Wereldkampioenschap Constructeurs, was de Grand Prix van Zuid‑Afrika 1981, verreden op Kyalami.
1983
De Race of Champions van 1983 op Brands Hatch was de laatste Formule 1‑race, die niét meetelde voor het Wereldkampioenschap Coureurs respectievelijk Wereldkampioenschap Constructeurs. Anders gezegd: sindsdien telde iedere Grand Prix hiervoor wél mee.