Acetyleengas (voorheen: ethyn) is een gas dat ontstaat door contact tussen water en carbid. Acetyleengas werd rondom 1900 soms toegepast als alternatieve autobrandstof. Tegenwoordig wordt het alleen nog gebruikt bij autogeenlassen.
ACETYLEENGAS ALS BRANDSTOF
1836. Edmund Davy (Amerika) en later ook Marcellin Berthelot (Frankrijk) waren in diverse fasen verantwoordelijk voor de uitvinding en de ontwikkeling van acetyleengas.
1906. Eerste op acetyleengas lopende auto: Harrison (Amerika). Acetyleengas werd hier dus gebruikt als alternatief voor benzine, waaraan wereldwijd gebrek was. Een motor loopt in principe altijd beter op gasvormige dan op vloeibare brandstof, omdat vloeistof eerst nog met lucht tot een gas moet worden vermengd. Starten op gas gaat sowieso beter, en acetyleengas is door zijn explosieve karakter daar bij uitstek geschikt voor.
ACETYLEENGAS VOOR VERLICHTING
1894. Acetyleengas ontstaat door contact tussen water en carbid en geeft dan een helder licht. Het is in combinatie met lucht en/of in gecomprimeerde vorm explosief. Hermann Hesse (Duitsland) ontdekte dat acetyleengas, mits opgelost in aceton, veilig genoeg was om te gebruiken voor verlichtingsdoeleinden. Daartoe moest water op calciumcarbine worden gedruppeld.