Sinds de komst van jachtvliegtuigen ten tijde van de Eerste Wereldoorlog bedachten sommige autoconstructeurs, dat er in technisch opzicht niet eens zoveel verschil was tussen enerzijds een sportieve auto en anderzijds een jachtvliegtuig – dan uieraard zonder vleugels en zonder staart.
PERSONENAUTO ONTWORPEN ALS VLIEGTUIG
1913. Eerste en enige personenauto ooit: Leyat (Frankrijk). Deze driewielige auto (met twee voorwielen en één ‘staartwiel’) werd aangedreven via een enorme propeller voorop de neus. Hij had bovendien een stermotor (in feite een vliegtuigmotor) en uiteraard voorwielaandrijving (bij auto’s uiterst zeldzaam, bij vliegtuigen gebruikelijk). Ondanks het ontbreken van de vleugels en de staart was de verwantschap tussen auto en vliegtuig volstrekt duidelijk.
Trossi-Monaco (1935).
RACE-AUTO ONTWORPEN ALS VLIEGTUIG
1935. Eerste en enige auto ooit: Trossi-Monaco (Italië). De stermotor van deze volstrekt unieke Grand Prix-auto was . De twee belangrijkste overeenkomsten met een jachtvliegtuig: de stermotor (sowieso een uniek exemplaar, met twee in tandem geplaatste achtcilinder-elementen op een gemeenschappelijke krukas) en voorwielaandrijving. Daardoor ontstond een volkomen verkeerde gewichtsverdeling voor/achter. Geen wonder dat deze futuristische racer nooit aan races toekwam.