Formule 1 is binnen de autosport , zeker in technisch opzicht, ’top of the bill’. Het bijbehorende Wereldkampioenschap Coureurs bestaat sinds 1950, het Wereldkampioenschap Constructeurs (voor de teams) sinds 1958. Formule 1 heette niet altijd zo. Hoewel er al sinds 1906 Grands Prix (zeg maar races op Formule 1-niveau) worden verreden, bestaat de officiële term pas sinds 1946.
Benz (1908).
1906. De eerste serieuze Grand Prix was die van Frankrijk. Hoewel er vanaf toen al sprake was van een (aanvankelijk zeer summier) technisch reglement, was de AIACR (de toenmalige FIA) vergeten om een officiële term te bedenken voor het soort auto’s dat daaraan mocht deelnemen. Dat was slordig maar niet heel erg, omdat er toen (op de veel lichtere voiturettes na) nog geen andere ‘formules’ bestonden waardoor verwarring zou kunnen ontstaan. Tot 1934 sprak men eenvoudigweg van ‘Grand Prix’ en ‘Grand Prix-auto’.
Mercedes-Benz (1937).
1934. Aan het begin van 1934 kwam er niet alleen een nieuw reglement, maar werd er eindelijk een serieuze nam bedacht voor de snelste racewagens ter wereld: Formule A. Die naam sloeg bij het grote publiek echter nooit aan en werd dus ook nooit gebruikt. De officiële naamsaanduiding bleef dus tot vooralsnog een janboel. Daaraan kwam pas een eind toen de AIACR eind 1946 werd vervangen door de Fédération Internationale d’Automobile (FIA).
Talbot (1946).
1946. Direct na de Tweede Wereldoorlog deed men niet aan technische reglementen. De race-organisaties wilden gewoon volle startvelden bij de tientallen kleine Grand Prix-races van dat seizoen, en dan moet je niet moeilijk gaan doen. In 1946 heerste dus opnieuw de sfeer van de Formule Libre. In tegenstelling tot eerdere periodes was de tijdelijke instelling van de Formule Libre ditmaal dus geen zwaktebod maar ‘overmacht’. Direct na de machtswisseling van AIACR naar FIA werd er hard gewerkt aan een nieuwe formule, waarbij het gebruik van nog bestaand (en deels vooroorlogs) materiaal niet mocht worden uitgesloten. Vooroorlogse Grand Prix‑auto’s zoals die van Mercedes‑Benz en Auto Union waren niet meer beschikbaar, nog afgezien van het feit dat Duitsland voorlopig niet meer mocht meedoen. Voiturettes van Alfa Romeo, Maserati en ERA met 1.500 cc‑compressormotoren) waren er nog genoeg. Daarnaast werd speciaal voor Frankrijk (dat geen voiturettes ter beschikking had) ruimte gemaakt voor auto’s met atmosferische motoren van maximaal 4.500 cc. Zodoende konden de Fransen toch meedoen, zij het met omgebouwde sportwagens van Talbot‑Lago, Delage en Delahaye.
1947. Toen de FIA de regels voor de nieuwe Formule 1 had opgesteld, ontstond er wederom geharrewar over de naam. Eerst kwamen er probeersels zoals ‘Racing Formula’ ‘International Formula No. 1’. Daarna was de stap naar ‘Formule 1’ niet zo groot meer. De nieuwe Formule 1 werd officieel ingewijd met de Grand Prix van Pau 1947. In 1950 werd het Wereldkampioenschap Coureurs ingesteld, en in 1958 het Wereldkampioenschap Constructeurs (voor de teams).
Meer informatie:
GRAND PRIX [1721]