Grand Prix betekent: Grote Prijs. Alle races meetellend voor het Wereldkampioenschap Coureurs heten zo.
GRAND PRIX IN DE WETENSCHAP
1721. De eerste instantie die de term Grand Prix publiekelijk gebruikte was de Franse Academie voor Wetenschappen. Dit instituut reikt tegenwoordig nog steeds jaarlijks dit soort prijzen uit aan mensen, die zich opvallend verdienstelijk hebben gemaakt voor de wetenschap .
GRAND PRIX IN DE SPORT
1805. De eerste keer dat de term Grand Prix ‘sportief’ werd gebruikt betrof de paardenrensport. Sindsdien geldt de Grand Prix de Paris in die tak van sport als één van de belangrijkste evenementen.
GRAND PRIX IN DE AUTOSPORT
1900. Op 25 februari 1900 werd ter gelegenheid van de Grand Prix van Pau voor het eerst in de autosport de term ‘Grand Prix’ in gebruik genomen. Deze race, gewonnen door René de Knyff (Panhhard) was nog een echte wegrace over een eenmalig af te leggen parcours van 337 kilometer, dat begon en eindigde in Pau. De organisatoren hadden na hun debuutjaar de smaak te pakken, want in 1901 waren er zelfs twee Grands Prix in één! De coureurs met echte voitures gingen voor de Grand Prix de Pau en die met de lichtere voiturettes voor de Grand Prix du Palais d’Hiver (‘Grote Prijs van het Winterpaleis’). Twee Grands Prix binnen één race ‑ dat is daarna sowieso nooit meer vertoond.
Napier (1902).
1900. Eveneens in 1900 legde James Gordon Bennett, eigenaar van de Amerikaanse krant ‘New York Daily Herald’, ongewild de basis voor de hedendaagse Grands Prix. Hij gaf toen namelijk de aanzet tot een jaarlijks te houden race waaraan uitsluitend nationale teams van drie (in dat land gefabriceerde) auto’s mochten deelnemen. Het land van het winnende team ontving de Gordon Bennett Trophy en moest de race van het daaropvolgende jaar op eigen grondgebied organiseren. Nadat een Franse coureur met een auto van Frans fabrikaat (Léon Théry met Richard‑Brasier) zowel in 1904 als in 1905 de Gordon Bennett Trophy had gewonnen, zag Frankrijk hierin de leidende rol bevestigd die het land al sinds 1894 vervulde. Daarin paste, zo vond men, geen race die door een Amerikaan met Amerikaans geld werd georganiseerd. De Franse automobielclub ACF bedacht daarom iets geheel nieuws: een race waarin ieder land zoveel inschrijvingen mocht plegen als het wilde. De internationale autosportwereld stond op zijn achterste benen, maar moest zich wel schikken in het Franse standpunt.
Benz (1908).
1906. Zo ging in 1906 de eerste Grand Prix de l’ACF van start. Algemeen wordt deze race beschouwd als de eerste officiële Grand Prix, maar strikt genomen klopt dat dus niet helemaal. Het is wél de eerste Grand Prix ‘op niveau’. Van dit soort races werden er tot de Eerste Wereldoorlog slechts elf verreden (zes keer de Grand Prix van Frankrijk en vijf keer de American Grand Prize). Tientallen jaren later verkondigde de ACF met terugwerkende kracht, dat men voortaan de vijf belangrijkste ‘Parijse’ wegraces uit de geschiedenis als de eerste echte Grand Prix wilde gaan beschouwen – te beginnen met Parijs‑Bordeaux‑Parijs 1895. Uit het oogpunt van chauvinistisch Frankrijk was dat logisch. Dat zou immers de toen nog leidende rol van Frankrijk ten aanzien van de automobiel in het algemeen en de autosport in het bijzonder hebben bevestigd. In dat geval zou namelijk het bijna vergeten Franse automerk Panhard & Levassor de winnaar van vier van de eerste vijf Grands Prix zijn geweest.
Bugatti (1926).
1923. ‘Grand Prix van Europa’ was een eretitel in de trant van ‘de Grand Prix van het jaar’, dus een titel waaraan geen enkele praktische waarde kon worden toegekend. Deze titel werd later nogal eens misbruikt om het mogelijk te maken om in één jaar twee Grands Prix in hetzelfde land te verrijden. De eerste Grand Prix van Europa werd verreden in 1923. Daarna is er, zij het met de nodige pauzes, jaarlijks een Grand Prix van Europa geweest. Deze eretitel werd tot 1983 altijd toegekend aan een al bestaande Grand Prix, die zich daarmee voor dat seizoen een bijzondere status verwierf.
Mercedes-Benz (1937).
1934. Aan het begin van 1934 werd de Formule Libre afgeschaft en vervangen door een nieuw technisch Grand Prix-reglement, dat nu bekend staat als de ‘750 kilogram-formule’. Tegelijkertijd stelde de AIACR (de latere FIA) de naam ‘Formule A’ in (en ‘Formule B’ voor de voiturettes). Die namen sloegen echter bij het publiek nooit aan en werden dus ook nooit gebruikt. De officiële naamsaanduiding bleef dus een janboel, waar pas een eind aan kwam toen de AIACR eind 1946 werd vervangen door de Fédération Internationale d’Automobile (FIA).