De krukas zet samen met de drijfstang zet de lineaire (op-en-neergaande) beweging van een zuiger om in een roterende (draaiende) beweging van de uitgaande as. Kortom: hij maakt van een technisch onbruikbare beweging een goed bruikbare beweging.
1905. De daarbij gebruikte krukaslagers (bijna altijd glijlagers) voorkomen in samenwerking met het smeersysteem van de motor, dat de ronddraaiende krukas in contact komt met het motorblok. Naarmate er hogere motortoerentallen worden gehaald, is er behoefte aan meer ‘steunpunten’ in het motorblok om vervorming (het ‘springtouweffect’) van de krukas tegen te gaan. Eerste auto met een motor met een vijfmaal gelagerde krukas: Cudell (Duitsland).
1905. Eerste auto met een zevenmaal gelagerde krukas: Franklin (Amerika).
Offenhauser (1934).
1934. De hierboven getoonde Offenhauser-motor (op Indianapolis tot ver in de jaren zestig competitief en daarmee de meeste succesvolle racemotor ooit in Amerika) is een voorbeeld van een vijfmaal gelagerde viercilindermotor.
1939. Eerste auto met een negenmaal gelagerde krukas: Sunbeam-Talbot-Darracq (Frankrijk/Engeland).