De ‘lamp’ is bij een moderne lichtbron het een glazen bolletje waarbinnen een gloeidraad gloeit (zoals bij een gloeilamp of een halogeenlamp) of een gas gloeit (zoals bij een gasontladingslamp). Zo wordt de stroom eerst omgezet in warmte-energie en treedt deze daarna in de vorm van licht naar buiten. Een olielamp is een houder met daarin een plasje olie en een langzaam brandende pit die de olie uit de houder zuigt.
Ca. 10000 v.Chr. Uitgevonden in een periode waarin men serieus werk begon te maken van de landbouw. Zo werden er onder meer oliehoudende gewassen verbouwd. In het klassieke Griekenland werd zo’n lamp gevuld met olijfolie, in Perzië (nu Iran) met aardolie dat daar vanzelf uit de aardbodem omhoog kwam. Olielampen bleven in diverse uitvoeringen in gebruik tot halverwege de negentiende eeuw.