Mét de toenemende snelheden en de komst van de gesloten carrosserie werden auto’s uitgerust met glazen ruiten: eerst natuurlijk een voorruit maar daarna ook zijruiten en een achterruit. Die ontwikkeling bracht op termijn weer een hele rij nieuwe behoeftes aan het licht, zoals ruitenwissers, ruitensproeiers en richtingaanwijzers.
Zie elders in dit document:
VOORRUIT [ 1897]
ZIJRUIT [1919]